Vesting Zaltbommel
Home » Reizen » Oude Hollandse Waterlinie » Vesting Zaltbommel
De Vesting Zaltbommel, strategisch gelegen aan de Waal in de provincie Gelderland, is een van de best bewaarde en historisch meest significante voorbeelden van een Nederlandse vestingstad. De geschiedenis, die teruggaat tot de vroege middeleeuwen, is diep verweven met de strijd om de grote rivieren en de Nederlandse onafhankelijkheidsstrijd. Van een eenvoudige middeleeuwse stadsmuur tot een geavanceerd bastionstelsel dat het Spaanse leger weerstond, en tegenwoordig een groen stadspark, weerspiegelen de wallen van Zaltbommel de evolutie van de Nederlandse vestingbouw.
De geschiedenis van de vesting is nauw verbonden met het verkrijgen van stadsrechten in 1315 van graaf Reinald I van Gelre. Kort daarna werd begonnen met de aanleg van een stenen stadsmuur, compleet met poorten en waltorens, om de nieuwe stad en haar strategische tol aan de Waal te beschermen. Deze middeleeuwse ommuring was essentieel in de voortdurende machtsstrijd tussen Gelre en de hertogdommen Brabant en Gulik. Het was een typische stadsverdediging, ontworpen om aanvallen met pijl en boog en lichte belegeringswapens te weerstaan, maar bleek in de 16e eeuw volstrekt onvoldoende tegen de opkomende moderne artillerie.
De meest cruciale transformatie van Zaltbommel vond plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Nadat de stad zich in 1572 aansloot bij de Opstand, werd het een frontstad tegen de Spaanse legers. In opdracht van prins Maurits van Nassau werden de verouderde middeleeuwse muren vanaf 1574 gemoderniseerd tot een geavanceerd bastionstelsel volgens de principes van het Oud-Nederlands vestingstelsel. Er werden aarden wallen, zeven bastions en ravelijnen aangelegd, omringd door een brede gracht. De effectiviteit van deze nieuwe verdediging werd bewezen tijdens het Beleg van Zaltbommel in 1599, toen de Staatse troepen succesvol standhielden tegen het Spaanse leger onder leiding van Mendoza. Deze overwinning bevestigde de reputatie van Zaltbommel als “Schild van Holland”.
In de 17e en 18e eeuw bleef de vesting een belangrijke schakel in de Nederlandse landsverdediging, met name als steunpunt voor de latere Hollandse Waterlinie. In de 19e eeuw verloor de vesting, net als vele andere, haar directe militaire functie door de Vestingwet van 1874. Anders dan in veel steden, waar de wallen werden gesloopt om plaats te maken voor stadsuitbreiding, werden de vestingwerken van Zaltbommel grotendeels gespaard. Ze werden in de late 19e eeuw onder leiding van architect L.A. Springer omgevormd tot een openbaar wandelpark, een vroege vorm van herbestemming van militair erfgoed, waarbij de karakteristieke structuur van bastions en courtines behouden bleef.
De Vesting Zaltbommel is van groot wetenschappelijk en militair-historisch belang. Het is een uitzonderlijk gaaf en vroeg voorbeeld van het Oud-Nederlands vestingstelsel, zoals dat door prins Maurits en Simon Stevin werd ontwikkeld als antwoord op de moderne artillerie. De wallen tonen de transitie van de passieve middeleeuwse stadsmuur naar het actieve, gelaagde bastionfort. De vesting, en in het bijzonder het beleg van 1599, is een klassieke casestudy in de geschiedenis van de belegeringstechniek en de effectiviteit van de Nederlandse militaire revolutie. De nog bestaande structuren bieden waardevolle inzichten in de 16e-eeuwse militaire ingenieurskunst.