Fort aan de Steurgat
Home » Reizen » Historische Grens » Fort aan de Steurgat
Fort aan het Steurgat, verborgen in de waterrijke wildernis van de Brabantse Biesbosch, is een van de laatste en meest technologisch geavanceerde forten die voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn gebouwd. De geschiedenis van dit betonnen kolos is geen verhaal van adellijke bewoning, maar van pure militaire strategie, watermanagement en de wapenwedloop aan het einde van de 19e eeuw. Van een onneembaar geacht ‘sluitstuk’ van de landsverdediging tot een overbodig geworden militair object en tegenwoordig een beschermd natuurmonument, weerspiegelt dit fort de ultieme fase van de Nederlandse vestingbouw en de latere herwaardering van militair erfgoed.
De oorsprong van het fort ligt in de late 19e eeuw, als een direct antwoord op de drastisch toegenomen vuurkracht van de artillerie. Na de ontwikkeling van de brisantgranaat rond 1885 waren de oudere bakstenen forten van de Waterlinie in één klap kwetsbaar geworden. Fort aan het Steurgat werd tussen 1881 en 1883 gebouwd met de allernieuwste technieken en materialen. De primaire functie was het afsluiten van de zuidelijke toegang tot de Waterlinie via de Biesbosch. Het moest het Steurgat, een belangrijke vaarroute, en de omliggende hoge kades verdedigen. Samen met Fort Altena en Fort Bakkerskil vormde het een ondoordringbare barrière die de cruciale inundatiesluizen in het Land van Altena beschermde.
De architectuur van Fort aan het Steurgat was revolutionair voor zijn tijd. In plaats van baksteen werd het fort vrijwel volledig opgetrokken uit ongewapend beton, een van de eerste keren dat dit op zo’n grote schaal in Nederland gebeurde. Het is een compact, polygonaal fort, omgeven door een brede gracht. Alle vitale onderdelen, zoals de verblijven voor de 350-koppige bemanning, de munitiemagazijnen en de geschutsemplacementen, waren bomvrij en met elkaar verbonden via een complex gangenstelsel. Het fort was ontworpen als een zelfvoorzienende, onverwoestbare machine, een toonbeeld van de militaire ingenieurskunst aan de vooravond van de 20e eeuw.
Ondanks zijn geavanceerde ontwerp heeft het fort nooit een schot gelost in een conflictsituatie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het volledig bemand en in staat van paraatheid, maar Nederland bleef neutraal. In de decennia daarna maakte de razendsnelle ontwikkeling van de militaire technologie, met name de opkomst van de luchtmacht, het concept van een statische waterlinie definitief achterhaald. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het fort geen rol van betekenis meer. Na de oorlog verloor het zijn defensieve functie, werd het nog enige tijd gebruikt voor opslag en raakte het uiteindelijk in verval.
De herbestemming van het fort kwam in de late 20e eeuw, toen het werd overgedragen aan Staatsbosbeheer. Het afgelegen en donkere fort bleek een ideale, onverstoorde overwinteringsplaats voor zeldzame vleermuissoorten, waaronder de meervleermuis en de watervleermuis. Tegenwoordig is Fort aan het Steurgat een rijksmonument en onderdeel van het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. Het is een beschermd natuurgebied waar de cultuurhistorische waarde hand in hand gaat met ecologisch beheer. Het fort is slechts beperkt en onder begeleiding toegankelijk om de kwetsbare natuur te beschermen.
Het wetenschappelijk belang van Fort aan het Steurgat is aanzienlijk. Het is een van de best bewaarde en vroegste voorbeelden van een volledig betonnen fort in Nederland. Voor militair- en architectuurhistorici is het een cruciaal studieobject dat de technologische reactie op de ‘brisantgranaatcrisis’ illustreert. Het markeert het eindpunt in de evolutie van de Nederlandse vestingbouw. De succesvolle transformatie naar een natuurreservaat maakt het bovendien tot een belangrijke casestudy voor de herbestemming en het ecologisch beheer van grootschalig militair erfgoed.