Schans Altena (Werkendam)
Home » Reizen » Historische grens » Schans Altena (Werkendam)
Schans Altena, vaak verward met het nabijgelegen Fort Altena, is een klein maar historisch significant aardwerk nabij Werkendam in het Land van Altena. De geschiedenis van deze schans is geen verhaal van adellijke pracht en praal, maar van pure militaire functionaliteit, diep geworteld in de Nederlandse traditie van landsverdediging door middel van water. Van een 18e-eeuwse veldversterking ter bescherming van een vitale sluis tot een bijna vergeten overblijfsel in het landschap en een gekoesterd archeologisch monument, weerspiegelt Schans Altena de gedetailleerde werking van de Hollandse Waterlinies op lokaal niveau.
De oorsprong van de schans ligt aan het einde van de 18e eeuw. De versterking werd aangelegd in 1793, in een periode van grote politieke onrust en de dreiging van een Franse invasie. De primaire en uiterst specifieke functie van Schans Altena was de verdediging van de Bakkerskilsluis en de bijbehorende Sasdijk. Deze sluis was een cruciaal waterstaatkundig onderdeel van de toenmalige verdedigingslinies; via deze sluis kon het water uit de Biesbosch de polders van het Land van Altena instromen voor defensieve inundaties. De schans was een eenvoudige, aarden veldversterking (een redoute), ontworpen om met een kleine bezetting en licht geschut een vijandelijke poging om de sluis te saboteren of de dijk te veroveren, af te slaan.
In de 19e eeuw werd de schans, net als vele andere oudere verdedigingswerken, opgenomen in het grootschalige project van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hoewel de schans in de schaduw stond van het nieuw gebouwde, veel grotere Fort aan de Uppelse Dijk (Fort Altena) dat vlakbij werd opgetrokken, behield het zijn ondersteunende rol. Het fungeerde als een vooruitgeschoven post en dekte een specifieke zwakke plek in het inundatieveld. De architectuur bleef sober en functioneel: een aarden wal omgeven door een gracht, met in het midden waarschijnlijk niet meer dan een eenvoudig wachthuis of een kleine kruitopslag. Het was nooit bedoeld als een permanent bemand fort, maar als een positie die in tijden van oorlogsdreiging snel kon worden bezet.
Met de ontwikkeling van de brisantgranaat rond 1885 verloor Schans Altena, net als alle andere ongemoderniseerde aardwerken, definitief zijn militaire waarde. De aarden wallen boden geen bescherming meer tegen de nieuwe generatie artillerie. Het werd niet, zoals de grotere forten, versterkt met beton en pantserstaal en raakte buiten gebruik. Decennialang werd de schans aan haar lot overgelaten, waarbij de wallen langzaam erodeerden en het terrein overwoekerd raakte. Het verdween grotendeels uit de militaire kaarten en uit het publieke bewustzijn, een stille getuige van een voorbije militaire strategie.
De herwaardering van de schans kwam pas in de late 20e en vroege 21e eeuw, met de groeiende aandacht voor het totale landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tegenwoordig is Schans Altena een archeologisch rijksmonument. Hoewel de contouren in het landschap nog maar subtiel zichtbaar zijn, wordt het erkend als een essentieel onderdeel van het complexe waterverdedigingssysteem. Het wordt beheerd als een stukje cultuurhistorisch landschap en is een rustige, groene plek die de nauwe verwevenheid van militaire geschiedenis en waterbeheer in Nederland tastbaar maakt.
Het wetenschappelijk belang van Schans Altena ligt niet in zijn architectonische grandeur, maar in zijn functie en context. Het is een zeldzaam en relatief gaaf bewaard voorbeeld van een 18e-eeuwse inundatieschans. Voor militair-historici en landschapsarcheologen is het een perfecte casestudy om de gedetailleerde werking van het inundatiesysteem op lokaal niveau te begrijpen. De directe relatie tussen de schans, de sluis en de dijk maakt het een onmisbare bron voor de studie naar de Nederlandse traditie van watermanagement als defensief wapen, lang voordat de grote 19e-eeuwse forten werden gebouwd.