Fort Honswijk (Schalkwijk)
Home » Reizen » Nieuwe Hollandse Waterlinie » Fort Honswijk (Schalkwijk)
Fort Honswijk, monumentaal gelegen aan de noordelijke oever van de Lek bij Tull en ’t Waal, is het sluitstuk en tevens het grootste torenfort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De geschiedenis van dit imposante complex is een schoolvoorbeeld van 19e-eeuwse militaire ingenieurskunst en de Nederlandse strategie van defensie door inundatie. Van een eenvoudige 18e-eeuwse veldschans tot een onneembaar geacht bolwerk en een langdurig verwaarloosd monument, weerspiegelt Fort Honswijk de opkomst en ondergang van de vestingbouwkunde en de complexe uitdagingen van erfgoedherbestemming.
De oorsprong van de versterking op deze locatie gaat terug tot 1794, toen in de Franse tijd een aarden schans werd opgeworpen, bekend als het ‘Fort bij de Honswijkse Werken’. De primaire functie was van vitaal strategisch belang: de verdediging van de Honswijkse sluis, een cruciale inlaat voor de inundatie van de polders ten noorden van de Lek, en het afsluiten van de hoge en droge Lekdijk, een belangrijke toegangsweg (‘acces’) naar het hart van Holland. Deze vroege schans was een functioneel maar bescheiden aardwerk, bedoeld als eerste verdedigingslinie.
De meest ingrijpende en bepalende transformatie vond plaats tussen 1841 en 1848, toen het fort werd uitgebouwd tot zijn huidige, massieve vorm. De architectuur is het meest imposante voorbeeld van een torenfort in Nederland. Het hart van het complex wordt gevormd door een enorme, ronde bakstenen toren met een diameter van bijna 50 meter en muren tot drie meter dik. Deze toren, ontworpen om bomvrij te zijn en een garnizoen van honderden soldaten te huisvesten, was omgeven door een brede gracht en aarden wallen. Samen met zijn tegenhanger aan de overkant van de rivier, Fort Everdingen, vormde het een ondoordringbare ‘klem’ op de Lek, waarmee de waterlinie hermetisch werd afgesloten.
Hoewel het fort in de jaren 1870 nog werd gemoderniseerd, maakte de uitvinding van de brisantgranaat rond 1885 de bakstenen constructie in één klap kwetsbaar en militair obsoleet. Desondanks bleef het fort in gebruik. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het volledig bemand als onderdeel van de mobilisatie. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin het geen rol van betekenis speelde, werd het gebruikt als interneringskamp voor politieke delinquenten. Daarna verloor het zijn functie en raakte het decennialang in een diep en zichtbaar verval, een vergeten relict van de Koude Oorlog.
De herwaardering van Fort Honswijk kwam pas laat op gang. Na jaren van leegstand en verwaarlozing werd het complex uiteindelijk overgedragen aan de provincie Utrecht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met het doel het te restaureren en een nieuwe, duurzame bestemming te geven. Tegenwoordig is Fort Honswijk een rijksmonument en een prominent onderdeel van het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. Het is een indrukwekkend, maar nog deels ‘slapend’ monument dat wacht op een definitieve herbestemming die recht doet aan zijn immense schaal en historische betekenis.
Het wetenschappelijk belang van Fort Honswijk is uitzonderlijk groot. Als het grootste en meest geavanceerde torenfort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is het een onvervangbaar studieobject voor de 19e-eeuwse Nederlandse vestingbouw. Voor militair- en architectuurhistorici biedt de constructie cruciale inzichten in de technieken en strategische doctrines van die periode. De latere geschiedenis van verval en de complexe zoektocht naar een nieuwe functie maken het bovendien tot een belangrijke casestudy voor de uitdagingen van het behoud en de herbestemming van grootschalig militair erfgoed in de 21e eeuw.