Kasteel de Cannenburgh (Vaassen):
Home » Reizen » Nieuwe tijd » Kasteel de Cannenburgh (Vaassen):
Kasteel de Cannenburgh in Vaassen is een van de meest complete en sfeervolle voorbeelden van een Gelders adellijk huis, prachtig gelegen in het Veluwse landschap. De geschiedenis van het kasteel, met zijn wortels in de middeleeuwen, wordt gedomineerd door de imposante 16e-eeuwse herbouw door de beruchte Gelderse veldheer Maarten van Rossem. Van een middeleeuws bolwerk tot een statig Renaissanceslot en tegenwoordig een levendig museumhuis, weerspiegelt de Cannenburgh de macht, ambitie en wooncultuur van de Gelderse landadel.
De oorsprong van het kasteel ligt in de late middeleeuwen. Op deze strategische locatie, aan de rand van de Veluwe en nabij belangrijke waterwegen, stond al in 1365 een versterkt huis. Deze oorspronkelijke burcht was het bezit van de familie Van Cannenburgh en fungeerde als een defensief steunpunt en het centrum van hun landerijen. De architectuur was functioneel en gericht op verdediging, passend in een tijd van feodale conflicten. Dit middeleeuwse kasteel werd echter aan het begin van de 16e eeuw, tijdens de Gelderse Oorlogen, grotendeels verwoest en verviel tot een ruïne.
De meest bepalende figuur in de geschiedenis van de Cannenburgh is ongetwijfeld Maarten van Rossem (ca. 1478-1555), de machtige en gevreesde legeraanvoerder in dienst van de hertog van Gelre. Van Rossem kocht de ruïne en de bijbehorende landerijen in 1543 met de bedoeling er een huis te bouwen dat zijn immense status en rijkdom weerspiegelde. Hij liet op de oude fundamenten een volledig nieuw kasteel bouwen. Dit was geen pure vesting meer, maar een representatief Renaissanceslot dat verdedigbaarheid combineerde met wooncomfort en grandeur. Hoewel Van Rossem zelf stierf voordat de bouw voltooid was, zette zijn zwager en erfgenaam Hendrik van Isendoorn à Blois het werk voort, waardoor het kasteel zijn huidige vorm kreeg.
Eeuwenlang bleef de Cannenburgh in het bezit van de familie Van Isendoorn à Blois, die het kasteel bewoonde en aanpaste aan de veranderende tijden, zonder het 16e-eeuwse karakter fundamenteel aan te tasten. Na het uitsterven van de familie in de 19e eeuw brak een periode van verval aan. Een dieptepunt was de veiling van de complete inboedel in 1881, waarna het lege en verwaarloosde kasteel een onzekere toekomst tegemoet ging. De redding kwam in 1951, toen de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen het gebouw aankocht en een omvangrijke en zorgvuldige restauratie startte.
Tegenwoordig is Kasteel de Cannenburgh een rijksmonument en fungeert het als een van de belangrijkste museumhuizen van Gelderland. Dankzij de inspanningen van de stichting is het kasteel opnieuw ingericht met 17e- en 18e-eeuwse meubels, wandtapijten en familieportretten, waardoor bezoekers een authentiek beeld krijgen van het leven op een adellijk Gelders huis. Het omliggende landgoed, met zijn historische watermolen, tuinen en park, is eveneens in ere hersteld en vormt een onlosmakelijk deel van het ensemble.
Het wetenschappelijk belang van de Cannenburgh is groot. Het kasteel is een zeldzaam gaaf bewaard voorbeeld van een 16e-eeuws Gelders edelmanshuis, dat de overgang markeert van een middeleeuwse burcht naar een Renaissancelusthof. Bouwhistorisch onderzoek biedt cruciale inzichten in de bouwtechnieken en architectonische idealen uit de tijd van Maarten van Rossem. De goed gedocumenteerde geschiedenis van de bewoners, de restauratie en de herinrichting maken het kasteel tot een waardevolle casestudy voor de studie van de Nederlandse adelsgeschiedenis, wooncultuur en de praktijk van monumentenzorg.