Kasteel Radboud (Medemblik)
Home » Reizen » Middeleeuwen » Kasteel Radboud (Medemblik)
Kasteel Radboud (Medemblik)
Een Middeleeuwse Vesting aan het IJsselmeer
Kasteel Radboud, gelegen aan de haven van Medemblik, is een van de weinige nog bestaande waterburchten uit de 13e eeuw in Nederland. Hoewel het kasteel door de eeuwen heen diverse transformaties heeft ondergaan en een veelbewogen geschiedenis kent, getuigt het nog steeds van zijn middeleeuwse oorsprong en de strategische betekenis aan de voormalige Zuiderzee.
Stichting en Vroege Geschiedenis (late 13e eeuw)
De stichting van Kasteel Radboud is nauw verbonden met de expansiepolitiek van de graven van Holland in West-Friesland. Na de onderwerping van de West-Friezen in de tweede helft van de 13e eeuw, liet graaf Floris V (1254-1296) strategisch gelegen dwangburchten bouwen om zijn gezag te handhaven. Kasteel Radboud was, samen met onder andere het Muiderslot en het kasteel van Nuwendoorn, een van deze cruciale forten. De bouw begon rond 1288. Het kasteel werd gebouwd op een kunstmatig eiland in de monding van de Medemblikker Aa, met directe toegang tot de Zuiderzee. De naam “Radboud” verwijst naar de legendarische Friese koning Radboud, wat mogelijk een poging was om de lokale bevolking te verzoenen met het Hollandse gezag, al was het in de praktijk vooral een symbool van overheersing. Het was een typische vierkante waterburcht, met massieve bakstenen muren, ronde hoektorens en een centrale binnenplaats. Het ontwerp was functioneel en gericht op verdediging.
Turbulente Tijden: Opstanden, Beleg en Verbouwingen (14e-16e eeuw)
De 14e en 15e eeuw waren turbulent voor Kasteel Radboud. Het werd regelmatig belegerd en beschadigd tijdens opstanden van de West-Friezen en tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Zo werd het kasteel in 1350 belegerd en ingenomen door de West-Friezen, waarna het later weer in Hollandse handen viel. Deze conflicten noodzaakten tot regelmatige reparaties en versterkingen. In de 16e eeuw, met de opkomst van de Tachtigjarige Oorlog, speelde Kasteel Radboud opnieuw een rol. In 1572 werd het kasteel belegerd door de Watergeuzen. Na een kort beleg, waarbij de Geuzen de sluis afsloten en het kasteel dreigden uit te hongeren, gaven de Spaanse bezetters zich over. Na de inname door de Geuzen verloor het kasteel geleidelijk zijn militaire hoofdfunctie als dwangburcht. Het werd verbouwd en kreeg een meer representatieve functie als residentie voor lokale bestuurders of als opslagplaats. Grote delen van het kasteel werden afgebroken, waardoor het zijn huidige L-vormige plattegrond kreeg, waarbij alleen de noordelijke en westelijke vleugels met hoektorens overbleven.
Verval, Redding en Restauratie (17e-20e eeuw)
Vanaf de 17e eeuw raakte Kasteel Radboud in verval. De grachten slibden dicht, muren brokkelden af en het complex werd deels gebruikt als steengroeve. Tegen de 19e eeuw was het een ruïne, bedreigd met totale sloop. Gelukkig werd in de late 19e eeuw de historische waarde van Kasteel Radboud erkend. In 1889 werd het aangekocht door de staat en onder leiding van de beroemde architect Pierre Cuypers (bekend van het Rijksmuseum en Centraal Station Amsterdam) startte een grootschalige restauratie. Cuypers’ restauratie was ambitieus en romantisch van aard, waarbij hij het kasteel grotendeels reconstrueerde tot de vorm die hij dacht dat het in de middeleeuwen had gehad. Hoewel deze restauratie later kritiek kreeg vanwege het ‘reconstructieve’ karakter, heeft het het kasteel wel gered van de ondergang.
Nalatenschap en Huidige Functie
Vandaag de dag is Kasteel Radboud een rijksmonument en een populaire toeristische attractie. Het kasteel huisvest een museum met tentoonstellingen over de geschiedenis van het kasteel, de West-Friezen en de tijd van Floris V. Het wordt ook gebruikt als evenementenlocatie en voor ridder- en middeleeuwse festivals. Archeologisch onderzoek heeft de bouwhistorie van het kasteel verder in kaart gebracht en inzicht gegeven in de verschillende bouwfasen, van de oorspronkelijke dwangburcht tot de latere aanpassingen. Kasteel Radboud is een tastbare herinnering aan de machtsstrijd in middeleeuws Holland en de veerkracht van een van de oudste versterkingen van het land.